woensdag 9 mei 2012

Favoriet

Een tijdje terug las Brillevrouw een aardig artikeltje in de Groene. Het ging over "Papa en mama's lieveling"
Daarna hadden Brillevrouw en ik een goed gesprek.

Ze legde me uit dat het artikel ging over dat 65% van de moeders en 70% van de vaders een duidelijk aantoonbare voorkeur heeft voor één van de kinderen. De ouders uiten deze voorkeur door vaker naar het ene kind te glimlachen dan naar het andere kind. Of ze luisteren geduldiger naar hun lieveling. Dat doen ouders niet bewust, maar kinderen pikken de signalen feilloos op.

Sterker nog, ouders beweren nadrukkelijk geen voorkeur te hebben voor één van de kinderen. Want dat hoort niet.

Er zijn psychologen die beweren dat het hier niet gaat om "extra houden van" maar meer om een zekere klik te hebben met één van je kinderen. Zo'n klik hebben is moeilijk te verwoorden, omdat het een taboe is.
De globale stelregel voor het kind met de meeste voorkeur is dat het kind dat het grootste, sterkste en aantrekkelijkste de meeste voorkeur heeft. Dat kind gaat namelijk voor het beste nageslacht zorgen.
De oudste heeft ook een streepje voor. Daar hebben ouders immers het langste voor gezorgd en dus het meeste in geïnvesteerd.
Belangrijkste uitzondering op deze globale regel is het gehandicapte kind. Die krijgen vaak de meeste aandacht en verzorging.

Brillevrouw legde uit dat de klik hebben met een kind vaak wisselt naar omstandigheden. Zo heb je kinderen die introverter en rustiger zijn. Als de ouders bijvoorbeeld rustig willen tafelen, dan zal dit kind tijdens de maaltijden vaak die klik ervaren. En het kind dat sportief is wordt trots bekeken tijdens de sportwedstrijden.. Zo middelt de klik zich vaak uit.

Het favoriete kind hoeft zich niet per definitie gelukkig te voelen in deze rol. Er kan haat en nijd met de andere kinderen ontstaan die samenspannen tegen het favoriete kind. Zo kan de rol van het witte schaap net zo lastig zijn als de rol van het zwarte schaap. En de zwarte schapen kunnen zich heel goed ontwikkelen in hun rol, ze zijn vaak socialer omdat ze hun rol proberen te compenseren met vriendschappen.

Nou, daar had Brillevrouw een gevoelig punt bij mij geraakt. Ik weet natuurlijk niet wie ouder is, mijn pokkenzus of ik. Het schijnt dat katten meestal met gering tijdsverschil worden geboren. Niet één kitten is echt aan te wijzen als oudste, maar ja. Mijn plasperikelen zorgen ervoor dat mijn pleegouders onnodig veel aandacht aan mij besteden. Daar vraag ik natuurlijk niet om en dat reageer ik af op mijn zus. Goed, daar vraagt zij zelf om, maar toch.

Ik merk dat mijn zus toch wat onzeker is. Als er visite is dan reageert ze eerst schuw. Maar even later flirt zij als de eerste de beste snollebol er lustig op los. Iedereen mag haar en iedereen vindt haar een schatje. En dat maakt mij weer onzeker.

Een complex probleem....ik zeg het u. Ik moet er maar eens verder over denken terwijl ik hier lig.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten