Vandaag echt een reisdag. Van Hoima naar Fort Portal. Zeker aan het begin van de weg merken we de gevolgen van het noodweer van van de week. De wegreperaties beginnen wel op gang te komen, maar dan merk je toch het verschil met Nederland. Wij hebben ten eerste een klimaat dat hard werken toelaat en alles is geregeld in Nederland.
Niet dat de Ugandezen niet hard werken, in tegendeel. We hebben ze zien zwoegen onderweg. Maar alles kost zoveel moeite doordat basale zaken zoals bijvoorbeeld goede wegen ontbreken.
In Fort Portal overnachten we in de Rwenzorie view guesthouse. Geleidt door een Nederlandse en haar man. Later leren we dat ze flink in schooltjes in de omgeving heeft geïnvesteerd en met behulp van een Nederlandse organisatie (Memisa als ik het goed verstond) heeft opgebouwd. Ze zorgt er voor dat haar gasten via een Ugandeze organisatie activiteiten boekt. Zo hebben lokale mensen een baan en de organisatie doneert 30% van haar opbrengst in de scholen in de omgeving. Zo profiteert iedereen een beetje.
De guesthouse is geweldig. Ik kan hem iedereen aanraden als je ooit in Fort Portal komt. Het eten is goed, de kamers schoon en het bed uitstekend. Een mooie tuin die uitzicht biedt op de Rwenzorie mountains. Alleen jammer dat het onweert. Als we er aankomen besluiten we de middag lekker te relaxen. Een wasje te laten doen en de blogs bij te werken. Na al dat gehobbel in de jeep en al die ervaringen en flink wat keren heel vroeg opstaan, waren we daar wel aan toe.
De dag erna start met een goed ontbijt. Gerald schuift en en bespreekt het programma. We gaan een wandeling richting de Rwenzories maken. Daar zullen we onderweg een gemeenschap bezoeken en ed gids zal wat vertellen van wat er onderweg gebeurt. Eén nadeel van ed tropen is dat het bloedverziekend heet kan zijn en dat klimmen in de hitte niet echt mijn favoriete bezigheid is. Maar ik hou stug vol. Het uitzicht is prachtig en onderweg komen kindjes aan rennen om ons te begroeten en naar ons te zwaaien. Ze willen ons ook echt even aanraken om te checken of onze witte huid het wel doet.
Na die wandeling bezoeken we de Crater Lakes. Dat stond eigenlijk voor de volgende dag gepland, maar ik zou ook graag naar de lokale markt willen die op woensdag is. Dus Gerald regelt gauw een gids die onze vermoeide lijven door een andere community heen sleurt. In de bloedverziekende hitte bezoeken we diverse huisjes. Volwassen mensen vinden het niet leuk om gefotografeerd te worden en eigenlijk komt het niet eens in me op om de fotograferen. Je voelt je toch al zo’n indringer. Maar ook hier willen de kinderen wel op de foto. En ondanks dat zweet uit elke onvermoede porie gutst en mijn tong op mijn schoenen hangt (kunnen ze dat land niet plat maken?) is het een hele belevenis. En de Crater Lakes zijn echt heel mooi.
De gids hier vertelt veel over de community. hoe ze werken hoe het geld van onze wandeltocht wordt gebruikt. Hij vertelt over de gewassen die gekweekt worden en we leren hoe we Matoke bananen van Beer bananen kunnen onderscheiden. De eerste is om te eten de tweede om gin van te stoken. Iets dat veel gebeurd hier.
Doodmoe komen we uiteindelijk in de guesthouse aan. Tijd voor thee om bij te tanken. En die thee gaat er sissend in!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten